HELP ik heb zwangerschapsdiabetes!
Wat is het?
Je hebt suikers nodig om goed te kunnen functioneren. Suiker is namelijk dé brandstof voor je lichaam. Insuline zorgt er voor dat de suikers die je eet door je cellen opgenomen wordt. Tijdens de zwangerschap worden er extra hormonen aangemaakt, deze zorgen ervoor dat het lichaam tijdelijk minder goed reageert op insuline. Normaal gesproken maakt het lichaam tijdens een zwangerschap extra insuline aan om de bloedglucose goed te houden. Bij zwangerschapsdiabetes gebeurt dat onvoldoende waardoor er te veel glucose in het bloed blijft zitten en de bloedglucosewaarde (hoeveelheid suiker in het bloed) te hoog is. Diabetes betekend dus niets anders dan dat de regeling van de bloedsuikerspiegel (suiker) in het bloed verstoord is.
In Nederland komt zwangerschapsdiabetes in ongeveer 5% van alle zwangerschappen voor. Zwangerschapsdiabetes ontstaat meestal tussen de 24- 28ste week van de zwangerschap en is na de bevalling weer over.
Kan ik het voorkomen?
Iedere zwangere kan zwangerschapsdiabetes krijgen, maar sommige vrouwen hebben er meer kans op. Heb je het in een eerdere zwangerschap gehad of heb je een familielid met Diabetes dan heb je er in je zwangerschap meer kans op. Heb je een BMI boven de 30, heb je PCOS of ben je eerder bevallen van een baby met een gewicht boven de 4500 gram dan maak je ook meer kans om het te ontwikkelen. Daarnaast hebben bepaalde bevolkingsgroepen een hogere kans om het te krijgen, denk aan mensen van hindoestaanse, Afro Caribische en Zuid Aziatische afkomst.
Helemaal voorkomen kan je het dus niet. Wel kun je de kans op zwangerschapsdiabetes verkleinen. Belangrijk is dan om gezond zwanger te worden èn te blijven. Denk daarbij aan een gezond startgewicht en een gezonde leefstijl met een gezond en gevarieerd eetpatroon en voldoende beweging.
Hoe herken ik het?
De meeste vrouwen merken er zelf weinig van. De meeste hebben dus geen tot weinig klachten. Als tijdens de controle of de echo blijkt dat er sprake is van een grote baby of ruim vruchtwater dan kan zwangerschapsdiabetes de oorzaak zijn. Maar niet elke moeder van een grote baby heeft zwangerschapsdiabetes. Als we als verloskundige een vermoeden hebben dat de zwangere zwangerschapsdiabetes zou kunnen hebben dan doen we een suikertest.
Een enkele moeder komt in korte tijd veel kilo’s aan, heeft veel dorst en moet daardoor ook veel plassen of heeft continu zin in zoetigheid. Dat kan een teken zijn van zwangerschapsdiabetes. Bespreek dus altijd met ons je klachten.
Wanneer weet je zeker dat je suikerziekte hebt?
Er is eigenlijk maar één test om dit goed te controleren. De OGTT: de orale glucose tolerantie test. We testen daarmee hoe je lichaam reageert op een afgemeten hoeveelheid glucose. De test houdt in dat je nuchter bloed gaat prikken. Hierna krijg je een suikerdrankje met een bepaalde hoeveelheid glucose. 1 uur en 2 uur na het drankje prikken ze weer je bloed.
Omdat zwangerschapsdiabetes pas ontstaat na 24 weken zwangerschap kunnen we dus pas testen na deze termijn. Ontstaat het vermoeden op zwangerschapsdiabetes pas na 30 weken dan is de OGTT niet meer een betrouwbare test en krijg je een glucosedagcurve. Je ontvangt daarvoor van ons een koffertje waarbij je zelf 4 keer je eigen glucosewaarden gaat prikken middels een vingerprik. Je prikt nuchter, zodra je wakker bent. En daarna steeds 1,5 uur na je 3 maaltijden.
Als de test een ‘gestoorde’ waarde aangeeft dan krijg je de diagnose zwangerschapsdiabetes.
Is het gevaarlijk?
In een zwangerschap is het belangrijk dat de glucosewaarde zo veel mogelijk binnen normale waarden blijft. Zijn de waarden van het glucose te vaak te hoog dan is dat voor de zwangere en de baby niet gezond.
Als het glucose gehalte bij de moeder hoog is dan leidt dat direct tot een hoog glucose gehalte bij de baby. Dit kan de groei van de baby beïnvloeden waardoor er een grotere kans op een verhoogd geboortegewicht bestaat. Een te hoog geboortegewicht kan tijdens de bevalling voor extra problemen zorgen. Verder zijn er aanwijzingen dat kinderen met een te hoog geboortegewicht een groter risico hebben om later in het leven zelf diabetes te ontwikkelen.
Een hoge glucosewaarde tijdens de laatste periode van de zwangerschap kan bij de baby leiden tot een verhoogde insulineafgifte. Wanneer na de bevalling de toevoer van glucose vanuit de placenta wegvalt, heeft de baby een groter risico op het krijgen van een te lage bloedglucosewaarde, wat problemen kan geven bij de baby. Een goede en snelle verbetering van de glucosewaarden bij de moeder kan deze risico’s verkleinen.
Voor de moeder is een zwangerschapsdiabetes een waarschuwing voor de toekomst. De kans op het krijgen van blijvende diabetes in de eerste tien jaar na uw zwangerschap is veertig tot vijftig procent hoger dan bij vrouwen die tijdens de zwangerschap geen diabetes hebben gehad. Bovendien is er 60-70% kans op zwangerschapsdiabetes in de volgende zwangerschap. Blijvende diabetes mellitus geeft op de lange termijn wel grotere gezondheidsrisico’s.
Hoe is het te behandelen?
Gelukkig is zwangerschapsdiabetes goed te behandelen. Het streven is de suikerwaarden binnen bepaalde waarden te houden. Zowel nuchter als na de maaltijd.
Omdat elke maaltijd weer een andere hoeveelheid suiker bevat is het de bedoeling dat je zelf gaat leren om je glucosewaarden binnen die bepaalde waarden te houden. Daarvoor krijg je advies van ons en een diëtiste. Je suikerwaarden ga je zelf na elke maaltijd prikken met een glucoseapparaat. Hiervoor is 1,5 uur na je maaltijd wat bloed uit je vinger nodig.
Door dit bijhouden ga je zelf leren hoe je lijf reageert op je voeding en wat je wel en niet kan eten om je suikerwaardes onder de grens van 7.0 mmol/L te houden en nuchter onder de 5.3 mmol/L.
Soms zal je dus je voedingspatroon of leefstijl wat moeten aanpassen om de waarden goed te houden. In een klein deel van de gevallen zijn insuline-injecties nodig om de gewenste glucosewaarden te bereiken. De zorg wordt dan overgenomen door de gynaecoloog.
Heb je zwangerschapsdiabetes met een dieet en blijven de waarden netjes binnen de normaalwaarden dan krijg je een extra groeiecho rond 31 weken om de groei van de baby in de gaten te houden. Is de groei goed dan mag je met ons bevallen, zowel thuis als poliklinisch.