‘AAN DE KANT, IK BEVAL SNEL!’
Vlotter dan vlot.
Anja zit tegenover me op het spreekuur. Het is de eerste keer dat ze me ziet omdat ik tijdelijk werk als waarneemster in het Westland. Anja is zwanger van haar derde kindje en de zwangerschap verloopt prima, ze heeft geen klachten en straalt helemaal. Ze is 38 weken zwanger en vertelt me dat ze zich wat zorgen maakt om de bevalling. De tweede bevalling ging heel snel en omdat ze gehoord heeft dat de tweede keer nog sneller gaat durft ze bijna niet meer naar buiten. ‘Stel dat er een lange rij staat in de supermarkt’, zegt ze. ‘Ik kan moeilijk zeggen: Aan de kant, ik beval snel!’ Gelukkig kunnen we er samen om lachen. Ik probeer haar gerust te stellen en vol zelfvertrouwen verlaat ze het spreekuur.
Enkele dagen later word ik gebeld door Peter, de partner van Anja. Ze heeft weeën en hij wil graag dat ik even kom kijken. Omdat de vorige geboorte snel ging belt hij al na 3 weeën. Ik zit in de auto en rijd zo snel mogelijk naar ze toe. Onderweg belt hij weer dat het echt heel snel gaat, ze heeft nu persdrang. Ik vertel hem dat ze op bed moet liggen zonder onderbroek en moet blijven zuchten. Ook vraag ik of hij de deur open wil zetten, ik rij bijna de straat in. Net op tijd kom ik aan en het eerste wat ze me met grote ogen vraagt is ‘Mag ik nu persen?’ Ga je gang zeg ik, terwijl ik snel naar de harttonen luister. Ze neemt een hap lucht en perst er in 1 wee een zesponder uit, ik was nog geen minuut binnen!
Peter vertelt me later, dat hij vanmorgen met de kinderen boodschappen aan het doen was toen Anja belde om te zeggen dat de vliezen waren gebroken. Hij dacht dat hij nog wel even kon afrekenen waarna Anja door de hoorn riep, ‘dan dring je maar even voor, ik ga snel bevallen!’
Enkele maanden later zit Anja weer tegenover me op het spreekuur…. ze is zwanger van haar vierde baby.
Marieke van Maaren, verloskundige